Gij zijt Petrus...
Een plek op deze aarde die me altijd een ontroerend gevoel geeft, is de Sint-Pietersbasiliek van Rome. Wanneer ik die grote kerk zie, dan heb ik het gevoel: hier is het hart van onze Rooms-Katholieke Kerk. Onder het hoofdaltaar van de Sint-Pietersbasiliek ligt de apostel Petrus begraven. Volgens de overlevering is de apostel Petrus hier gekruisigd en begraven. Dicht bij die kerk woont de Paus, de bisschop van Rome, de opvolger van de apostel Petrus.
Centraal in de koepel van de Sint-Pietersbasiliek staan de woorden van Jezus tot Petrus, in het Latijn: “Tu es Petrus”. Jezus had tot Petrus gezegd: “Gij zijt Petrus en op deze steenrots zal Ik mijn Kerk bouwen en de poorten der hel zullen haar niet overweldigen”. Dat zijn nogal klinkende woorden. Jezus had dat niet zomaar tegen Petrus gezegd maar daar was iets aan vooraf gegaan. Het zestiende hoofdstuk van het Matteüsevangelie vertelt ons dat Jezus in de streek van Caesarea van Filippus kwam en daar vroeg Hij aan zijn leerlingen wat de mensen zoal allemaal over Hem vertelden: “Wie is volgens de opvatting van de mensen de Mensenzoon ?” En dan beginnen de leerlingen aan Jezus alle mogelijke praatjes en beweringen die ze al gehoord hebben te vertellen: “Sommigen zeggen Johannes de Doper, anderen Elia, weer anderen Jeremia of een van de profeten”.
Jezus laat hen het allemaal vertellen maar dan stelt Hij een persoonlijke vraag. Hij vraagt hen op de man af: Maar gij, wie zegt gij dat Ik ben ?” Geen praatjes van de straat meer maar heel persoonlijk de vraag wie Jezus volgens hen is. En dan geeft Simon Petrus het juiste antwoord: “Gij zijt de Christus, de Zoon van de levende God”. En dat is het. Jezus is niet zomaar iemand die het mooi kan zeggen, die mooie dingen heeft gezegd en gedaan. Nee, Hij is die langverwachte Messias, de Zoon van God die alles goed zal maken wat op de eerste bladzijden van de Schrift verkeerd is gelopen. Hij zal de vriendschap tussen God en mens herstellen, de Hemelpoort weer openen, de zonde en de dood het laatste woord ontnemen. Op die belijdenis van Petrus zegt Jezus: “Zalig zijt gij, Simon, want niet vlees en bloed hebben u dit geopenbaard maar mijn Vader die in de hemel is”. En Jezus vervolgt dan met de woorden die in de koepel centraal staan en ik herhaal ze nog eens: “Gij zijt Petrus; en op deze steenrots zal Ik mijn Kerk bouwen en de poorten der hel zullen haar niet overweldigen”. We zien de apostel Petrus ook dikwijls met een sleutel afgebeeld. Dat is ook niet zomaar iets maar dat verwijst naar de woorden van Jezus tot Petrus die volgen op de belijdenis dat Hij de Christus is, de Zoon van de levende God. Jezus zei: “Ik zal u de sleutels geven van het Rijk der hemelen en wat gij zult binden op aarde, zal ook in de hemel gebonden zijn en wat gij zult ontbinden op aarde, zal ook in de hemel ontbonden zijn”.
Ik begon daarnet met te zeggen: hier is het hart van onze Rooms-Katholieke Kerk. Dat was niet een emotionele uitspraak. De belijdenis van Petrus, die hier begraven is, is de kern van ons christen zijn. Jezus is de Christus, de Zoon van de Levende God. Daar staat of valt ons christelijke geloof mee, dat geloven en belijden maakt of je christen bent of niet. Voor die belijdenis is Petrus uiteindelijk ook de marteldood gestorven en hier in Rome velen met hem. Over die belijdenis waakt ook de opvolger van Petrus hier: Jezus is de Christus, de Zoon van de levende God. (naar A.P.)