Kerkbestuur
Het kerkbestuur bestuurt de parochie voor zover het betreft het parochiaal vermogen en de zorg voor een doelmatige aanwending daarvan ten bate van de parochie, met inachtneming van hetgeen de bisschop hierover bepaalt.
Tot de taak van het kerkstuur behoort met name:
- het beheert de roerende en onroerende zaken, die behoren tot het parochiaal vermogen;
- het verwerft en ontvangt van geldelijke bijdragen van de parochianen, alsook van andere bijdragen en inkomsten ten behoeve van de parochie;
- het vaststellen en doen van uitgaven ten behoeve van de parochie;
- het verlenen van financiële medewerking aan taken, welke geacht kunnen worden te behoren tot het terrein van de parochiële zielzorg;
- het nakomen van de verplichtingen, welke op de parochie als deel van het dekenaat, van het bisdom en van de gehele kerk rusten;
- het toelaten van financiële activiteiten ten behoeven van de onder 4 en 5 genoemde taken;
- het verrichten van andere rechtshandelingen en het aangaan van overeenkomsten ten name van de parochie; pastoor, andere priesters, diaken te adviseren over pastoraal beleid.
De pastoor heeft de plicht ervoor te zorgen dat het kerkbestuur deze taak naar behoren kan uitvoeren.
Tevens zorgt de pastoor tijdig voor overlegging van stukken en verstrekking van informatie.
Het kerkbestuur bestaat uit de pastoor en voorts uit tenminste vier ander bestuursleden.
De Pastoor is van rechtswege voorzitter van het kerkbestuur. Als bestuursleden zijn benoembare katholieken die uitmunten door een vast geloof, een rechtschapen levenswandel en een wijs oordeel.
De bestuursleden worden door de bisschop voor een periode van vier jaar benoemd en zijn slechts eenmaal terstond herbenoembaar. In uitzonderingsgevallen kan de bisschop overgaan tot een derde zittingstermijn.
Bij aanvaarding van zijn/haar functie belooft het bestuurslid aan pastoor en tegenover de deken dat hij/zij een goed en trouw beheer zal voeren.
Het kerkbestuur vergadert tenminste zes maal per jaar en voorts zo dikwijls als de voorzitter of tenminste twee bestuursleden zulks nodig achten. Het kerkbestuur benoemt uit zijn middelen een secretaris en een penningmeester. Alle besluiten worden genomen met meerderheid van de uitgebrachte stemmen der aanwezige leden.
Onder verantwoordelijkheid van de secretaris van het kerkbestuur worden van het verhandelde in elke vergadering notulen gehouden.
Het kerkbestuur draagt zorg dat er steeds een volledig opgemaakte en bijgehouden inventaris voorhanden is van alle onder zijn beheer staande roerende lichamelijke zaken van aanmerkelijke waarde. Indien besluiten van het kerkbestuur in strijd zijn met de kerkelijke wetten of met het algemeen belang van de parochie of van het bisdom kan de bisschop deze besluiten vernietigen of de uitvoering daarvan opschorten.
Het kerkbestuur doet jaarlijks voor de 1e mei aan de bisschop rekening en verantwoording van zijn beheer over het afgelopen kalanderjaar door overlegging van de rekening en verantwoording van alle inkomsten en uitgaven en van een balans van alle bezittingen en schulden. Jaarlijks wordt op een door het kerkbestuur te bepalen wijze een beknopt verslag van de rekening en verantwoording over het afgelopen kalenderjaar aan de parochianen uitgebracht.